FAQ

Het onderzoek gebeurt in principe op voorhand door de opdrachtgever en kan eventueel ook door de aannemer bijkomend worden afgetoetst, maar het is altijd de beslissing van de opdrachtgever – of diens vertegenwoordiger - die doorslaggevend is.

Eens de opdrachtgever heeft beslist dat het asfalt teerhoudend is, kunnen de aannemer of de tussenopslagplaats hier niet meer eenzijdig op terugkomen.

In het kader van de COPRO.EXE-certificatie volgens BRS 8049 is het de opdrachtgever die de methode bepaalt.

Bij openbare werken in Vlaanderen is enkel de teerdetectie op basis van infrarood-spectrofotometrie van toepassing. Die methode staat beschreven in het Standaardbestek 250 Hoofdstuk 14. De reden van de keuze voor deze methode is dat die methode ook wordt gebruikt om te bepalen of asfalt mag worden hergebruikt in nieuw asfalt. Het is logisch dat die beslissing in alle mogelijke stadia gebeurt op basis van dezelfde methode.

Het is de bedoeling dat het asfalt zo zuiver mogelijk is en zo weinig mogelijk ander materiaal bevat. Dit zorgt er voor dat het gezuiverde restproduct na de thermische reiniging kan ingezet worden voor hoogwaardige toepassingen, zoals hergebruik in asfalt of beton.

Het is echter ook mogelijk om teerhoudend funderingsmateriaal af te voeren voor thermische reiniging. Maar ook dit funderingsmateriaal dient dan zo weinig mogelijk onzuiverheden te bevatten.

Bevat uw af te voeren materiaal toch onzuiverheden? Neem dan contact op met de tussenopslagplaatsen. Zij kunnen bekijken wat mogelijk is.

Weet dat niet-teerhoudende materialen zoals betonnen of natuurstenen elementen er voor zorgen dat het gewicht van de af te voeren materialen verhoogt en dat hierdoor de kostprijs van de thermische reiniging oploopt.

De vrachtbonnen worden geleverd onder de vorm van boekjes van 20 bonnen. Elke bon bestaat uit vier exemplaren, die samen worden ingevuld door middel van doordruk.

Het gaat dus niet om een digitaal document dat zou kunnen worden verzonden via e-mail.

Het systeem van vrachtbonnen is een onderdeel van de COPRO.EXE-certificatie volgens BRS 8049. Het maakt de controle op de hoeveelheden teerhoudend asfalt afkomstig van een werf meer sluitend. Door bij elke vrachtwagen een door de opdrachtgever ondertekende vrachtbon te voorzien, wordt discussie over de hoeveelheden achteraf vermeden.

In principe mag een tussenopslagplaats geen vracht teerhoudend asfalt aanvaarden zonder een door de opdrachtgever ondertekende vrachtbon.

Het voorzien van vrachtbonnen die niet worden ondertekend door de opdrachtgever of die al op voorhand werden ondertekend door de opdrachtgever is zinloos.

Vrachtbonnen afleveren zonder het nodige toezicht door de opdrachtgever geeft een valse indruk van controle. Als de opdrachtgever geen toezicht kan of wil voorzien op de werf, is het beter om geen COPRO.EXE-vrachtbonnen te gebruiken. De opdrachtgever dient dit dan schriftelijk te melden aan de aannemer, zodat het teerhoudend asfalt toch kan worden aanvaard op de tussenopslagplaats. Deze melding kan heel eenvoudig gebeuren in de communicatie sectie bij het project in DIGITAR.

Als er geen gebruik wordt gemaakt van vrachtbonnen, kan COPRO nadien niet waarborgen dat de door de aannemer of tussenopslagplaats opgegeven hoeveelheden effectief van een bepaalde werf afkomstig waren.

De COPRO.EXE vrachtbonnen zijn speciaal opgemaakt voor de afvoer van teerhoudend asfalt voor thermische reiniging. Als ze volledig worden ingevuld, gelden ze ook als wettelijk verplicht identificatieformulier afvalstoffen dat elke vracht zou moeten vergezellen.

Wanneer de blanco vrachtbonnen niet tijdig kunnen worden geleverd bij de opdrachtgever, kan die een alternatieve vrachtbon gebruiken. Dit kan een zelf opgemaakte bon zijn. Het belangrijkste is dat hierop een aantal gegevens worden vermeld (de datum, de locatie van de werf, de benaming ‘teerhoudend asfalt’, de nummerplaat van de vrachtwagen) en dat de opdrachtgever die bon ondertekend.

De aannemer zal dan zelf moeten voorzien in identificatieformulieren afvalstoffen, om wettelijk in orde te zijn.

Van zodra de opdrachtgever beslist dat het asfalt teerhoudend is, verloopt de procedure zoals anders, met een opdracht vanwege de opdrachtgever aan de aannemer en de keuze van een tussenopslagplaats door de aannemer. Door de DIGITAR tool kan dit zeer snel worden geregeld.

Als de blanco vrachtbonnen van COPRO niet tijdig kunnen worden geleverd aan de opdrachtgever, kan er gewerkt worden met alternatieve vrachtbonnen.

De lijst met gecertificeerde tussenopslagplaatsen wordt gepubliceerd op de website van COPRO. Deze lijst is altijd actueel.

Om zeker te zijn dat een tussenopslagplaats vandaag nog gecertificeerd is, kijk je dit dus best na op de website. Het certificaat van een tussenopslagplaats kan immers ingetrokken of tijdelijk geschorst zijn.

Zowel de gecertificeerde tussenopslagplaatsen als die in proefperiode zijn aanvaard om teerhoudend asfalt voor thermische reiniging te ontvangen. Het verschil tussen beide zit hem in het feit dat een gecertificeerde tussenopslagplaats het volledige proces al eens succesvol heeft doorlopen.

Dankzij DIGITAR is de keuze van een tussenopslagplaats altijd correct, aangezien enkel tussenopslagplaatsen met een certificaat of in proefperiode kunnen gekozen worden.

Het is de aannemer die kiest naar welke tussenopslagplaats hij het teerhoudend asfalt zal afvoeren.

Van elke vracht die op de tussenopslagplaats worden aanvaard, wordt een afgitebon gemaakt. Hierop wordt het gewicht van de vracht vermeld, gewogen en geregistreerd door de weegbrug van de tussenopslagplaats. Voor de controle op de hoeveelheden, is dit een belangrijke aanvulling op de vrachtbonnen.

Door de aanmaak van het project in DIGITAR en door de aanvaarding en ondertekening van de COPRO.EXE-vrachtbon, bevestigt de tussenopslagplaats dat het teerhoudend asfalt zal worden afgevoerd onder de COPRO.EXE-certificatie volgens BRS 8049.

De tussenopslagplaats maakt dit per vracht ook duidelijk op haar afgiftebon, door bij voorbeeld te verwijzen naar BRS 8049

De tussenopslagplaats kiest met welke thermische reiniger(s) ze samenwerkt. Maar die keuze dient wel te gebeuren uit een lijst van thermische reinigers waarmee de Vlaamse Overheid een convenant heeft afgesloten.

In dat convenant zijn de juridische clausules opgenomen omtrent de verplichte thermische reiniging van het asfalt dat in het kader van de COPRO.EXE-certificatie volgens BRS 8049 wordt afgevoerd naar deze thermische reinigers.

Het onafhankelijke en onpartijdige externe toezicht dat COPRO uitvoert op de afvoer van teerhoudend asfalt, wordt gecentraliseerd vanuit de tussenopslagplaats. Een rechtstreeks transport tussen een werf en een thermische reiniger staat niet onder toezicht van COPRO. COPRO kan dit dan ook niet attesteren.

Aangezien de thermische reinigers zich allemaal in Nederland bevinden, zijn de grensoverschrijdende transporten onderworpen aan de Europese EVOA-wetgeving. Hiervoor de vereiste vergunningen aanvragen vergt maanden voorbereiding en is in het geval van een specifieke werf allicht niet aangewezen.

Neen. Bij de initiële verbranding van het teerhoudend bindmiddel in de thermische reinigingsinstallatie komen uiteraard giftige dampen vrij. Die worden dan onmiddellijk in een hoogtechnologische installatie gereinigd, naverbrand, ontstoft en gewassen. Dit proces wordt continu gecontroleerd en gemonitord in de controlekamer van de installatie.

De Nederlandse thermische reinigingsinstallaties staan bovendien onder toezicht van de Nederlandse overheid en hun milieu-inspectie monitort continu de samenstelling van de uitlaatgassen van de reinigingsinstallaties.

Dit wordt bepaald door de opdrachtgever. Omdat de tijd tussen de afvoer naar de tussenopslagplaats en de effectieve thermische reiniging in het slechtste geval kan oplopen tot een paar jaar, is het niet altijd aangewezen om hierop te wachten.

De meeste opdrachtgevers betalen deze post nadat COPRO de afvoer van het teerhoudend asfalt naar een tussenopslagplaats heeft geattesteerd. Dit attesteren gebeurt door middel van een bevestiging is DIGITAR.

Vroeger attesteerde COPRO de afvoer van het teerhoudend asfalt pas na de effectieve thermische reiniging. Bij tussenopslagplaatsen met minder activiteit, duurt het soms een paar jaar vooraleer de thermische reiniging gebeurt. Met als gevolg dat de attestering door COPRO ook op zich liet wachten.

Om de betaling van de aannemer niet in het drang te brengen werd daarom aan COPRO gevraagd de attestering al te doen van zodra al het teerhoudend asfalt van een project (of fase) is binnengebracht op een tussenopslagplaats. COPRO volgt dan uiteraard verder op dat het teerhoudend asfalt effectief thermisch wordt gereinigd.

De COPRO.EXE-certificatie van de afvoer van teerhoudend asfalt voor thermische reiniging is geen wettelijke verplichting. Deze certificatie kan wel gevraagd worden door de opdrachtgever, omwille van de belangrijke meerwaarde ervan.

Voor openbare werken in Vlaanderen is deze certificatie (of een gelijkwaardige certificatie) wel verplicht.

Verklaringen of ‘certificaten’ opgemaakt door een aannemer of een thermische reiniger zijn in geen geval een alternatief voor een onafhankelijke en onpartijdige certificatie.

Heeft u nog vragen. Stel ze gerust hier. Het COPRO-team zal u zo snel mogelijk verder helpen.